< Naar Tijd

Spullen

Jong geleerd, oud gedaan

Vaak denken we dat jonge kinderen, laten we zeggen jonger dan 6 jaar, nog niet (goed) kunnen opruimen. Of we weten dat ze het wel kunnen, maar eigenlijk gaat het veel sneller wanneer we het zelf doen. Hoe gek het ook klinkt, maar ook opruimen is een vaardigheid die we moeten leren.

We doen het wel lekker zelf
Eerlijk is eerlijk, soms gaat het gewoon sneller als je het even zelf doet. Wanneer ‘spitsuur’ voorbij is; koken, eten, douchen en naar bed, dan raus je nog even door de woonkamer om de boel aan kant te maken. Het is zo gebeurd en je hebt geen gezeur.
Het probleem is, dat wanneer ze ouder worden je ‘ineens’ verwacht dat ze zelf gaan opruimen. ‘Ruim even je spullen op!’ ‘Waarom heb je al je speelgoed hier nog liggen?’ ‘Ik ga niet alles achter je aan opruimen!’
Het zijn misschien wel uitspraken die je herkent. Heel kritisch gekeken is dat dus aangeleerd gedrag. Zij hebben altijd geleerd dat ze niet hoeven op te ruimen en dit de volgende dag ‘vanzelf’ is gebeurd. Wanneer zij ouder worden zullen zij dit niet ineens uit zichzelf kunnen.

Opruimen is een vaardigheid die aangeleerd moet worden
Het fijne is dat kinderen ontzettend leergierig zijn en wanneer je weet hoe je van opruimen iets leuks kan maken, leren zij van jongs af aan hoe ze dit kunnen doen. Hoe ouder kinderen worden, hoe zelfstandiger ze dit kunnen. Als opvoeder wil je je kind zo zelfstandig mogelijk maken, zodat ze uiteindelijk zichzelf kunnen redden in de maatschappij. Ondanks dat dit vaak voelt als  ‘een ver van je bed show’, ben je als ouder dagelijks onbewust hier wel mee bezig.
We leren hoe ze zichzelf kunnen aankleden, kunnen lopen, fietsen, zelf een beker pakken of een boterham smeren. Dit zijn allemaal vaardigheden die ze moeten leren om uiteindelijk zo zelfstandig mogelijk te worden. Opruimen is hier geen uitzondering op.

Het begint bij jezelf
Allereerst een aantal punten om bewust te worden van jouw eigen houding ten opzichte van het opruimen.
 Wanneer je zelf iedere keer een positieve sfeer neerzet rondom het opruimen, zullen kinderen dit overnemen. Zij associëren het opruimen met iets gezelligs, leuks en positiefs waardoor zij hier sneller mee van start zullen gaan.
 Neem de tijd om op te ruimen, zodat het niet iets gehaast wordt. Stel je wilt graag om 18.00 uur eten, begin dan een half uur van te voren met opruimen. Is er daarna tijd over? Zet nog even een muziekje aan, laat ze dansen voordat je aan tafel gaat en probeer de volgende dag de tijd te verkorten naar 25 minuten. Uiteindelijk word je zelf steeds beter in het inschatten van de tijd die er voor nodig is.
 Het is een open deur maar: geef zelf het goede voorbeeld. Wanneer je zelf niet jouw spullen opruimt, kun je dit ook niet van jouw kind verwachten.

Leuk opruimen
Kinderen zijn ontzettend goed te porren voor een spelletje! Dit maakt het leuk, energiek en je hebt een gezellig moment samen. Er zijn ontzettend veel variaties te vinden en te bedenken, ik zet er hier een aantal neer ter inspiratie:
– Zet een mand/bak neer en doe een wedstrijd wie het meeste speelgoed in de bak kan doen.
– De opruimpet; zorg dat je een pet/helm/muts hebt, wanneer je die op hebt word je ‘chef opruimen’. Degene met de pet geeft opruimaanwijzingen en helpt ook mee. Doe deze pet eerst zelf, geef daarna de pet aan jouw kind. Zo leer je ze verantwoordelijk te zijn en ze vinden het super leuk om vanuit die rol jou te mogen vertellen waar het speelgoed opgeruimd moet worden.
– Noem een kleur en kijk hoeveel speelgoed jullie in die kleur kunnen vinden om op te ruimen.
– Spreek vanuit een knuffel. Deze werkt vaak goed voor hele jonge kinderen. De knuffelbeer is dan degene die vertelt wat jullie gaan doen. Vergeet niet complimenten te geven, ook naar jezelf😉.

Kijk wat bij jou past, bij jouw kind past en de leeftijd, maar kijk vooral wat werkt. Probeer één opruimtip wel meerdere keren uit te proberen om er voor jezelf en voor jouw kind een routine van te maken.

Wil je weten hoe je kunt opruimen met oudere kinderen? Lees het blog: ‘Het puberende opruimbrei

Over de auteur